Kategory:

Wier bard

 

[dropcap]N[/dropcap]egen- en twintig euro heb ik betaald voor het afdrukken van vier fotorolletjes die ik afgelopen week ergens in een doos terugvond.

Opgewonden bracht ik ze naar de fotowinkel, met in het achterhoofd het idee dat deze rolletjes minstens twintig jaar oud moesten zijn en ongetwijfeld de mooiste herinneringen zouden herbergen.

Herinneringen aan 'toen alles nog goed was' of meer 'toen alles nog goed leek'. Visioenen van Friesland of van kibbutzim. Misschien wel beelden van mijn broer of andere familieleden. Mijn toenmalige werk of nóg spannender zaken.

Kortom: ik kon niet wachten…

 

De desillusie bleek groter dan de opwinding; half volgeschoten rolletjes van individuen waarvan ik geen idéé heb wie 't zijn en wat men aan het doen is, hoewel vermoedelijk een verjaardag. Ook een vermoeden: men komt uit omgeving Hoeksche Waard daar de foto's ontwikkeld zijn bij de -zoals gezegd, toen nog bestaande– fotozaak van Foto Klein.

Maar ook redelijk recente testplaatjes van voornoemde lokale audio- en fotoboer en, da's dan wel weer aardig, enkele nabeelden van 'Bestie' Raymoge hij rusten in vrede – uit de tijd dat we samen nog een cursusje Anale Analoge Fotografie deden in Delft of zo.

Kortom: major bummer (op die van Ray na, dan). Hoe waar blijkt het cliché: 'Het hebben van de zaak, is het einde van 't vermaak.'..

't Is sa en net oars.


77 kear besjoen

145[dropcap]J[/dropcap]awel; een heuse brand -zomaar- in ons dorp! Dat schreeuwt om BURGER JOURNALISTIEK!

Opgewonden begeef ik me richting de plek des onheils.

In de wetenschap dat de backdraft, waar zovele moedige brandweermannen en -vrouwen het leven door lieten, ook het mijne kan ontnemen.

Desondanks ben ik van mening dat de hardwerkende burger, waarop de pijlers van deze maatschappij zijn gebouwd, récht heeft op informatie en dat wij –de journalist– de nederige taak hebben dat te leveren, tegen elke prijs.

En dus jaag ik mijn auto door de menigte om uiteindelijk tegen een halfhoge stoeprand tot stilstand te komen. Dubbelgeparkeerd maar dat geeft niks –het doel heiligt tenslotte de middelen– bevind ik midden in het Voorportaal van de Hel.

Ik leg mijn camera aan en schiet. Het is alsof het een eigen leven begint te leiden; foto's volgen elkaar in rap tempo op als ware het lege hulzen tijdens een hevig afghanistanistisch mitrailleursalvo.

De lokale Hermandad tracht mij nog te belemmeren in mijn functioneren door het vormen van een massief cordon echter, aalglad als ik ben, wurm ik mezelf tussen enkele benen door om zo de arm der wet een hak te zetten.

 De vlammen jagen inmiddels door het dak, dikke zwarte rookpluimen geven het geheel iets surrëels.

Mijn adem stokt in mijn keel als ik de bewoner ontwaar die hysterisch aan de dakgoot hangt. Ik moet iets doen maar kan onmogelijk mijn plicht verzaken; het vastleggen van het verschrikkelijke beeld wat zich op mijn netvlies ontvouwt. Mijn ticket to fame opgeven? Jamais!

Gelukkig: Brand meester!

Met bezwete, bloeddoorlopen gezichten verlaten deze moedige brandweermannen en -vrouwen gearmd de scène de crime waar nu niet veel meer van over is dan een rokend hoopje hout, glas en zwartgeblakerde muren.

De tragiek valt van de gezichten af te lezen; déze strijd heeft men verloren. Dikke tranen biggelen over die beroette wangen. Zij hebben gefaald. Dit is hún tragiek, hún Waterloo

Ik vertrek.

Kan er niet meer tegen.

Thuisgekomen barst ik in huilen uit.

Het Verdriet. Maar ook van vreugde en voldoening want ik ben dankbaar.

DANKBAAR voor het feit dat ik dit mag doen voor jou, jou én jou!

De burger die recht heeft op zijn nieuws…


45 kear besjoen

 

[dropcap]E[/dropcap]n toen was het zover. Afgelopen maandag.

Na jaren lijdzaam ontkennen kon ik niet anders dan afscheid nemen van datgene wat ik al vijf- en veertig jaar en een paar dagen met me meedraag; mijn tanden. Althans; wat ervan over was. Het gíng gewoon niet meer.

Was ik al erfelijk belast met een werkelijk hondsberoerd gebit (en bedankt, Deit), droeg ik ook nog een andere molensteen met mij mee; die van een échte allergie voor tandenborstels en tandpasta (als kind heb ik hysterische momenten veroorzaakt beleefd. Sorry, Mem).

Tel daarbij op een rijke historie aan plots verdwijnende tandartsen, chronische onderverzekeringen, ontoereikende budgetten en zie daar: mijn eigen dentale Waterloo.

Vanuit een seniorenperspectief bekeken ben ik nog betrekkelijk jong.

En omdat alles, inclusief mijn gemoedsrust, nu na al die jaren enigszins op orde lijkt te zijn, was het niet meer dan billijk (vooral naar mezelf maar ook naar hen die ik wel eens een glimlach pleeg toe te werpen) om nu de laatste barrière te nemen tot de vervolmaking van deze Goddelijkheid, welke de naam Eamel draagt. #ahum

Anyway. En dus zat ik daar, afgelopen maandag. In die stoel die ik jarenlang vermeden had. Een tandarts, half mijn leeftijd, en bijzonder lieftallige assistente naast hem.

"Doet u uw mond maar eventjes open. Iets meer. Gaan we de boel even verdoven."

Ik was als verlamd. Niet eens gespannen meer. Geen zweethandjes, niks. Ik was er gewoon niet. En daar ging de eerste spuit. En de tweede. 
Tot vier, vijf keer toe.

 

En het duurde niet lang voordat ik mijn onderlip voelde zakken tot op mijn knieschijven. Onbeholpen mocht ik spoelen maar dat ging niet. Het water stroomde zo mijn overhemd in. "Spuugt u dan maar gewoon uit, hoor." zei de tandarts. En dat deed ik; zó over de vloer.

Ja, sorry hoor.

Hoewel ik gevoelsmatig minstens een uur in die stoel gezeten heb duurde de klus niet lang. Hooguit veertig minuten of zo. Tenminste, dat zei de tandarts.

Niet alleen mijn rottende left-overs werden er met een opvallende routine uitgejast. Nee, ook enkele laatste gezonde tanden kwamen aan een voortijdig einde. Uiteraard brak er nog eentje af maar, tot twee keer toe, maar daar heb ik niks van meegekregen. Helemaal waus

Ik mocht naar huis.

Eigenlijk heel opgelucht. De verdoving werkte kennelijk nog op volle toeren want ik dacht nog: als dit alles is, waarom heb ik het dan niet eerder gedaan? Hoe fout kon ik 't hebben…

Na enkele uren ging het mis; ik kreeg koorts, opgezette klieren, pijnlijk gums en .. hongerrr. Het bloeden wilde maar niet stoppen hoewel Twitter en Wiki elk aangaven dat dat hooguit een uurtje. Ja, ja. 

Om een lang verhaal nog korter te maken; niet veel later na dit avontuur was ik in het bezit van een niet van echt te onderscheiden implantaat, onder én boven, muurvast, alsof het er altijd gezeten had. En al wat ik me af kon vragen was: waarom heb ik dit niet eerder gedaan?

Niet lang daarna zette ik 'mijn' tanden in een BigMac, na minstens dertig jaar.

Toch wel een hoogtepuntje in mijn leven.

 

65 kear besjoen
eamel | blog
>